2 Kronieken 6:16

SVEn nu, HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die zitte op den troon van Israel; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen in Mijn wet, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.
WLCוְעַתָּ֞ה יְהוָ֣ה ׀ אֱלֹהֵ֣י יִשְׂרָאֵ֗ל מֹר לְעַבְדְּךָ֙ דָוִ֤יד אָבִי֙ אֵת֩ אֲשֶׁ֨ר דִּבַּ֤רְתָּ לֹּו֙ לֵאמֹ֔ר לֹא־יִכָּרֵ֨ת לְךָ֥ אִישׁ֙ מִלְּפָנַ֔י יֹושֵׁ֖ב עַל־כִּסֵּ֣א יִשְׂרָאֵ֑ל רַ֠ק אִם־יִשְׁמְר֨וּ בָנֶ֜יךָ אֶת־דַּרְכָּ֗ם לָלֶ֙כֶת֙ בְּתֹ֣ורָתִ֔י כַּאֲשֶׁ֥ר הָלַ֖כְתָּ לְפָנָֽי׃
Trans.wə‘atâ JHWH ’ĕlōhê yiśərā’ēl šəmōr lə‘aḇədəḵā ḏāwîḏ ’āḇî ’ēṯ ’ăšer dibarətā llwō lē’mōr lō’-yikārēṯ ləḵā ’îš milləfānay ywōšēḇ ‘al-kissē’ yiśərā’ēl raq ’im-yišəmərû ḇāneyḵā ’eṯ-darəkām lāleḵeṯ bəṯwōrāṯî ka’ăšer hālaḵətā ləfānāy:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, David (koning), Troon

Aantekeningen

En nu, HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die zitte op den troon van Israel; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen in Mijn wet, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

עַתָּ֞ה

En nu

יְהוָ֣ה׀

HEERE

אֱלֹהֵ֣י

God

יִשְׂרָאֵ֗ל

van Israël

שְׁ֠מֹר

houd

לְ

-

עַבְדְּךָ֨

Uw knecht

דָוִ֤יד

David

אָבִי֙

mijn vader

אֵת֩

-

אֲשֶׁ֨ר

wat

דִּבַּ֤רְתָּ

Gij tot hem gesproken hebt

לּ

-

וֹ֙

-

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

לֹא־

Geen

יִכָּרֵ֨ת

afgesneden worden

לְ

-

ךָ֥

-

אִישׁ֙

man

מִ

-

לְּ

-

פָנַ֔י

voor Mijn aangezicht

יוֹשֵׁ֖ב

die zitte

עַל־

op

כִּסֵּ֣א

den troon

יִשְׂרָאֵ֑ל

van Israël

רַ֠ק

alleenlijk

אִם־

zo

יִשְׁמְר֨וּ

bewaren

בָנֶ֜יךָ

uw zonen

אֶת־

-

דַּרְכָּ֗ם

hun weg

לָ

-

לֶ֙כֶת֙

gij gewandeld hebt

בְּ

-

ת֣וֹרָתִ֔י

in Mijn wet

כַּ

-

אֲשֶׁ֥ר

gelijk als

הָלַ֖כְתָּ

-

לְ

-

פָנָֽי

voor Mijn aangezicht


En nu, HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die zitte op den troon van Israel; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen in Mijn wet, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!